Op het water heb je verschillende gradatie’s. Deze geven de moeilijkheidsgraad aan van het water.
WW 1
Vlak water of gemakkelijk wildwater met een regelmatige stroming. Een enkele gemakkelijke stroomversnelling, weinig verval.
WW 2
Middelmatig moeilijke stroming. Meer stroomversnellingen en verval dan bij WW1. Zwakke keerstromingen en walsen.
WW 3
Moeilijk wildwater met diverse stroomversnellingen. Lastige golven en moeilijk te herkennen doorvaarten met een aanzienlijk verval.
WW 4
Zeer moeilijk wildwater met langdurige en gecompliceerde stroomversnellingen. Sterke walsen en keerwaters. Onoverzichtelijke passages met een sterk verval. Voorverkenning bij afvaart is vaak noodzakelijk.
WW 5
Uiterst moeilijk wildwater met een extreme hoge graad van de eerder genoemde hindernissen (5). Dit wildwater is vanwege de stroming vaak levensgevaarlijk.
WW 6
Extreem moeilijk wildwater. Deze categorie grenst aan het onbevaarbare en kan slechts door een enkele groep mensen met groot risico worden bevaren.